6.6.Partijen is voorgesteld om aan de deskundige de IWMD-vragen voor te leggen. Partijen kunnen zich hierin vinden. De vragen die worden voorgelegd, zijn:
1. DE SITUATIE MET ONGEVAL
Anamnese
a. Hoe luidt de anamnese voor wat betreft de aard en de ernst van het letsel, het verloop
van de klachten, de toegepaste behandelingen en het resultaat van deze behandelingen?
Wilt u in uw anamnese vermelden welke beperkingen op uw vakgebied de onderzochte
aangeeft in relatie tot de activiteiten van het algemene dagelijkse leven (ADL),
loonvormende arbeid en het uitoefenen van hobby’s, bezigheden in recreatieve sfeer en
zelfwerkzaamheid?
b. Wilt u op basis van het medisch dossier van de onderzochte een beschrijving geven
van:
- de medische voorgeschiedenis van de onderzochte op uw vakgebied;
- de medische behandeling van het letsel van de onderzochte en het resultaat daarvan.
c. Wilt u een beschrijving geven van uw bevindingen bij lichamelijk en eventueel
hulponderzoek?
d. Is naar uw oordeel sprake van een onderlinge samenhang als het gaat om de
informatie die is verkregen van de onderzochte zelf, de feiten zoals die uit het medisch
dossier naar voren komen en uw bevindingen bij onderzoek en eventueel hulponderzoek?
e. Voor zover u de vorige vraag ontkennend beantwoordt, wilt u dan aangeven wat de
reactie was van de onderzochte op de door u geconstateerde inconsistenties en welke
conclusies u daaruit trekt?
f. Wat is de diagnose op uw vakgebied? Wilt u daarbij uw differentiaaldiagnostische
overweging geven?
g. Welke beperkingen op uw vakgebied bestaan naar uw oordeel bij de onderzochte in
zijn huidige toestand, ongeacht of de beperkingen voortvloeien uit het ongeval? Wilt u
deze beperkingen zo uitgebreid mogelijk beschrijven, op semi-kwantitatieve wijze
weergeven en zo nodig toelichten ten behoeve van een eventueel in te schakelen
arbeidsdeskundige?
h. Acht u de huidige toestand van de onderzochte zodanig dat een beoordeling van de
blijvende gevolgen van het ongeval mogelijk is, of verwacht u in de toekomst nog een
belangrijke verbetering of verslechtering van het op uw vakgebied geconstateerde letsel?
i. Zo ja, welke verbetering of verslechtering verwacht u?
j. Kunt u aangeven op welke termijn en in welke mate u die verbetering dan wel
verslechtering verwacht?
k. Kunt u aangeven welke gevolgen deze verbetering dan wel verslechtering zal hebben
voor de beperkingen (als bedoeld in vraag 1g)?
l. Kunt u aangeven welke mate van functieverlies uit de ongevalgerelateerde
klachten en ongevalgerelateerde afwijkingen zouden zijn voortgevloeid ? Wilt u het
ongevalgerelateerde blijvende functieverlies ongeacht het beroep en uitgedrukt in
een percentage van de gehele mens, gebaseerd op de richtlijnen neergelegd in de
AMA-guides, 6e editie, en eventueel aangevuld met die van de NVN?
2. DE SITUATIE ZONDER ONGEVAL
Meestal zal het niet mogelijk zijn om onderstaande vragen (met name de vragen 2c - 2e)
met zekerheid te beantwoorden. Van u wordt ook niet gevraagd zekerheid te bieden. Wel
wordt gevraagd of u vanuit uw kennis en ervaring op uw vakgebied uw mening wilt
geven over kansen en waarschijnlijkheden. Het is dus de bedoeling dat u aangeeft wat u
op grond van uw deskundigheid op uw vakgebied op deze vragen kunt antwoorden.
Klachten, afwijkingen en beperkingen voor ongeval
a. Bestonden voor het ongeval bij de onderzochte reeds klachten en afwijkingen op uw
vakgebied die de onderzochte thans nog steeds heeft?
b. Zo ja, kunt u dan aangeven welke beperkingen uit deze klachten en afwijkingen
voortvloeien?
Klachten, afwijkingen en beperkingen zonder ongeval
c. Zijn er op uw vakgebied klachten en afwijkingen die er ook zouden zijn geweest of op
enig moment ook hadden kunnen ontstaan, als het ongeval de onderzochte niet was
overkomen? Wilt u daarbij in het bijzonder aandacht besteden aan de duizeligheidsklachten?
d. Zo ja (dus zonder ongeval ook klachten), kunt u dan een indicatie geven met welke
mate van waarschijnlijkheid, op welke termijn en in welke omvang de klachten en
afwijkingen dan hadden kunnen ontstaan?
e. Kunt u aangeven welke beperkingen uit deze klachten en afwijkingen zouden zijn
voortgevloeid?
f. Verwacht u in de toekomst nog een belangrijke verbetering of verslechtering van de op
uw vakgebied geconstateerde niet-ongevalgerelateerde klachten en afwijkingen?
g. Zo ja, welke verbetering of verslechtering verwacht u?
h. Kunt u aangeven op welke termijn en in welke mate u die verbetering dan wel
verslechtering verwacht?
i. Kunt u aangeven welke gevolgen deze verbetering dan wel verslechtering zal hebben
voor de beperkingen (als bedoeld in vraag 2e)?
3. OVERIG
a. Heeft u naar aanleiding van uw bevindingen nog opmerkingen die relevant kunnen zijn
voor het verdere verloop van deze zaak?
b. Acht u eventueel nog een expertise op een ander vakgebied, en dan met name een expertise door een vaatchirurg geïndiceerd?