Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
’s-Hertogenbosch
[verdachte] ,
fairness of the proceedings as a whole”, de verdachte kan vrijspreken van hetgeen aan hem ten laste is gelegd.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 17 juni 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Oost-Brabant. De verdachte werd beschuldigd van witwassen door vals geld om te zetten in echt geld. De politierechter had de verdachte vrijgesproken van het primair tenlastegelegde feit, maar het subsidiair tenlastegelegde feit, gekwalificeerd als 'schuldwitwassen', was bewezen verklaard. De verdachte werd veroordeeld tot een taakstraf van 50 uren, subsidiair 25 dagen hechtenis. De benadeelde partij had een vordering tot schadevergoeding ingediend, die integraal was toegewezen.
In hoger beroep heeft de advocaat-generaal gevorderd dat het hof het vonnis zou vernietigen en de verdachte zou veroordelen voor schuldwitwassen. De verdediging heeft primair vrijspraak bepleit en subsidiair een straftoemetingsverweer gevoerd. Het hof heeft het onderzoek in hoger beroep en in eerste aanleg heroverwogen en geconcludeerd dat de valsheid van het geld, een essentieel onderdeel van de beschuldiging, niet is komen vast te staan. Hierdoor is de verdachte vrijgesproken van alle tenlastegelegde feiten. De vordering van de benadeelde partij is niet-ontvankelijk verklaard, aangezien de verdachte niet is veroordeeld.
Het hof heeft in zijn overwegingen ook aandacht besteed aan de ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie en de rechten van de verdachte. Het hof heeft geoordeeld dat er geen sprake was van een inbreuk op de verdedigingsrechten die zou leiden tot niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie. De uitspraak van het hof is een belangrijke bevestiging van de noodzaak om de valsheid van het geld te bewijzen in zaken van witwassen.