In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 30 juli 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep over een verzoek van belanghebbende om ambtshalve vermindering van een aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) voor het jaar 2012. De inspecteur had de aanslag opgelegd op basis van een door belanghebbende ingediende aangifte met een verzamelinkomen van € 54.476. Belanghebbende maakte bezwaar tegen de aanslag, maar dit werd niet-ontvankelijk verklaard wegens termijnoverschrijding. Het verzoek om ambtshalve vermindering werd eveneens afgewezen omdat dit verzoek na de vijfjaarstermijn was ingediend. Belanghebbende stelde dat de termijnoverschrijding verschoonbaar was vanwege persoonlijke omstandigheden, waaronder de zorg voor zijn ernstig zieke vader en zijn eigen gezondheidsproblemen. Het hof oordeelde echter dat deze omstandigheden niet leidden tot verschoonbaarheid van de termijnoverschrijding. De inspecteur had geen reden om aan te nemen dat belanghebbende het niet eens was met de aanslag, en schond derhalve geen algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Het hof verklaarde het hoger beroep ongegrond en bevestigde de uitspraak van de rechtbank.