In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, gaat het om een hoger beroep van Paardenkliniek Venlo B.V. (PKV) tegen een eerdere uitspraak van de kantonrechter in de rechtbank Limburg. De zaak betreft de geldigheid van een concurrentiebeding en een nevenwerkzaamhedenbeding in de arbeidsovereenkomst van de geïntimeerde. PKV vorderde betaling van boetes wegens schending van het nevenwerkzaamhedenbeding door de geïntimeerde. Het hof heeft in eerdere tussenarresten geoordeeld dat er een rechtsgeldig nevenwerkzaamhedenbeding is, maar dat het concurrentiebeding niet rechtsgeldig is. In het laatste tussenarrest heeft het hof een deskundigenonderzoek gelast naar de ondertekening van de arbeidsovereenkomst. PKV heeft vervolgens haar vorderingen met betrekking tot het concurrentiebeding ingetrokken en de vordering tot betaling van incassokosten verminderd. Het hof heeft de hoogte van de boete wegens overtreding van het nevenwerkzaamhedenbeding gematigd van € 176.500,00 naar € 88.250,00, en heeft PKV in het gelijk gesteld voor een deel van haar vorderingen. De kosten van het deskundigenbericht blijven voor rekening van PKV. Het hof heeft de proceskosten gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt. De uitspraak is gedaan op 11 februari 2025.