ECLI:NL:HR:2000:AA5256
Hoge Raad
- Cassatie
- R.J.J. Jansen
- Van Brunschot
- Hammerstein
- Van Amersfoort
- Lourens
- Korthals Altes
- Rechtspraak.nl
Cassatie over de handhaving van voorzieningen in de jaarrekening van Van Oord ACZ B.V.
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 22 maart 2000 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen eiseres, vertegenwoordigd door mr. M.H. van der Woude, en verweerster Van Oord ACZ B.V., vertegenwoordigd door mr. P. van Schilfgaarde. De zaak betreft de handhaving van een voorziening voor bijzondere risico's op internationale projecten ter hoogte van 20.000.000 gulden in de jaarrekening van Van Oord ACZ B.V. voor het jaar 1995. Eiseres heeft cassatie ingesteld tegen het eindarrest van de Ondernemingskamer van het Gerechtshof te Amsterdam, dat eerder had geoordeeld dat de handhaving van deze voorziening niet onjuist was. De Hoge Raad verwijst naar eerdere arresten van de Ondernemingskamer van 25 september 1997 en 15 oktober 1998, die aan deze uitspraak zijn gehecht.
De Hoge Raad oordeelt dat de Ondernemingskamer voldoende heeft onderbouwd dat de voorziening gerechtvaardigd was, gezien de risico's verbonden aan de internationale aannemerij. De Ondernemingskamer heeft vastgesteld dat de voorziening sinds 1989 in de jaarrekening is opgenomen en dat er in 1994 een toevoeging is gedaan in verband met twee aangenomen werken in Hong Kong. De Hoge Raad concludeert dat de Ondernemingskamer niet onjuist heeft geoordeeld over de noodzaak en de hoogte van de voorziening, en dat de ondernemer een zekere beoordelingsvrijheid toekomt bij het treffen van dergelijke voorzieningen.
De Hoge Raad verwerpt het principale beroep van eiseres en oordeelt dat de kosten van het geding in cassatie voor rekening van eiseres komen, begroot op 632,20 gulden aan verschotten en 3.000 gulden voor salaris. Het incidentele cassatieberoep van verweerster behoeft geen behandeling, omdat de voorwaarde waaronder dit beroep is ingesteld niet is vervuld. De uitspraak van de Hoge Raad is openbaar uitgesproken door vice-president R.J.J. Jansen als voorzitter, en de overige raadsheren op 22 maart 2000.