ECLI:NL:HR:2000:AA5615
Hoge Raad
- Cassatie
- R.J.J. Jansen
- F.W.G.M. van Brunschot
- D.G. van Vliet
- P.J. van Amersfoort
- P. Lourens
- Rechtspraak.nl
Cassatie over de aanslag in de inkomstenbelasting en de honoreringsregeling voor medische specialisten
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep van belanghebbende, een hoogleraar/uroloog verbonden aan de Rijksuniversiteit A en het Academisch Ziekenhuis B, tegen een uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De zaak betreft een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 1990, waarbij de Inspecteur een aanslag had opgelegd die na bezwaar was verminderd. Belanghebbende had een deel van zijn fiscale loon als winst uit onderneming aangemerkt, terwijl de Inspecteur dit als inkomsten uit arbeid beschouwde. Het Hof bevestigde de uitspraak van de Inspecteur, waarop belanghebbende in cassatie ging.
De Hoge Raad heeft de feiten en omstandigheden in onderlinge samenhang bezien en geconcludeerd dat de inkomsten uit de honoreringsregeling niet voortvloeiden uit een zelfstandig uitgeoefend beroep, maar deel uitmaakten van de beloning voor de werkzaamheden in dienstbetrekking. De Hoge Raad oordeelde dat de litigieuze inkomsten, die voortkwamen uit de honoreringsregeling, als winst uit onderneming moesten worden aangemerkt. Dit leidde tot de vernietiging van de uitspraak van het Hof en de uitspraak van de Inspecteur.
De Hoge Raad heeft de aanslag verminderd en de Staatssecretaris van Financiën veroordeeld in de proceskosten van het geding in cassatie en de Inspecteur in de kosten van het geding voor het Hof. De uitspraak van het Hof kon niet in stand blijven, en de Hoge Raad heeft zelf de zaak afgedaan, waarbij het belastbare inkomen werd verminderd en de ten onrechte verleende aftrek ter voorkoming van dubbele belasting werd gecorrigeerd.