ECLI:NL:HR:2000:AA6296

Hoge Raad

Datum uitspraak
23 juni 2000
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
R00/045HR
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
  • P. Neleman
  • O. de Savornin Lohman
  • P.C. Kop
  • W.H. Heemskerk
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie tegen machtiging tot voortzetting van verblijf in psychiatrisch ziekenhuis

In deze zaak gaat het om een verzoek tot cassatie van een beschikking van de Rechtbank 's-Gravenhage, waarin een machtiging tot voortzetting van het verblijf van verzoekster in een psychiatrisch ziekenhuis werd verleend. De Officier van Justitie diende op 3 januari 2000 een vordering in, vergezeld van een geneeskundige verklaring, die op 29 december 1999 was ondertekend. De Rechtbank heeft op 20 januari 2000 de verzoekster, haar advocaat, de behandelend arts en een vertegenwoordiger van de familie gehoord. Op 31 januari 2000 verleende de Rechtbank de machtiging voor de duur van een jaar, waarvan de beschikking aan de uitspraak is gehecht.

Verzoekster heeft tegen deze beschikking beroep in cassatie ingesteld. De conclusie van de Advocaat-Generaal Langemeijer was dat het beroep moest worden verworpen. De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en het middel, zoals uiteengezet in de conclusie van de Advocaat-Generaal, verworpen. De Hoge Raad heeft op 23 juni 2000 in het openbaar uitspraak gedaan en het beroep verworpen, waarmee de beschikking van de Rechtbank in stand bleef. Deze uitspraak bevestigt de bevoegdheid van de Rechtbank om een machtiging tot voortzetting van verblijf in een psychiatrisch ziekenhuis te verlenen, mits de juiste procedure is gevolgd en de belangen van de betrokkenen zijn gewaarborgd.

Uitspraak

23 juni 2000
Eerste Kamer
Rek.nr. R00/045HR
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
in de zaak van:
[betrokkene], weduwe van [..],
wonende te 's-Gravenhage,
VERZOEKSTER tot cassatie,
advocaat: mr. G.E.M. Later.
1. Het geding in feitelijke instantie
De Officier van Justitie in het arrondissement 's-Gravenhage heeft op 3 januari 2000 onder overlegging van een op 29 december 1999 ondertekende geneeskundige verklaring een vordering ingediend bij de Rechtbank aldaar tot het verlenen van een machtiging tot voortzetting van het verblijf van verzoekster tot cassatie - verder te noemen: verzoekster - in een psychiatrisch ziekenhuis.
Nadat de Rechtbank verzoekster, bijgestaan door haar advocaat, de behandelend arts en een vertegenwoordigster van de familie van verzoekster op 20 januari 2000 had gehoord, heeft zij bij beschikking van 31 januari 2000 de machtiging tot voortgezet verblijf verleend voor de duur van een jaar.
De beschikking van de Rechtbank is aan deze beschikking gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen de beschikking van de Rechtbank heeft verzoekster beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De conclusie van de Advocaat-Generaal Langemeijer strekt tot werping van het beroep.
3. Beoordeling van het middel
Het middel faalt op de gronden uiteengezet in de conclusie van de Advocaat-Generaal Langemeijer.
4. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de raadsheren P. Neleman, als voorzitter, O. de Savornin Lohman en P.C. Kop, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer W.H. Heemskerk op 23 juni 2000.