ECLI:NL:HR:2001:AA9243
Hoge Raad
- Cassatie
- E. Korthals Altes
- D.H. Beukenhorst
- L. Monné
- P.J. van Amersfoort
- C.B. Bavinck
- Rechtspraak.nl
Cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen uitspraak Gerechtshof Arnhem inzake naheffingsaanslag loonbelasting
Op 3 januari 2001 heeft de Hoge Raad uitspraak gedaan in een cassatiezaak aangespannen door de Staatssecretaris van Financiën tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem. De zaak betreft een naheffingsaanslag loonbelasting en premie volksverzekeringen die was opgelegd aan de besloten vennootschap X te Z. De naheffingsaanslag was het gevolg van snelheidsovertredingen begaan door chauffeurs van de onderneming, waarvoor administratieve sancties waren opgelegd op basis van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV). De Inspecteur stelde dat de onderneming de persoonlijke schulden van haar chauffeurs voor haar rekening had genomen, wat zou betekenen dat er sprake was van het verstrekken van loon aan de werknemers. Dit leidde tot de naheffingsaanslag van ƒ 10.756 aan loonbelasting en premie.
Het Gerechtshof had de naheffingsaanslag verminderd, maar de Staatssecretaris ging in cassatie. De Hoge Raad oordeelde dat het Hof terecht had geoordeeld dat de WAHV geen recht op verhaal schept voor de kentekenhouder op de bestuurder. De Hoge Raad bevestigde dat de werkgever de schade als gevolg van administratieve sancties, die door werknemers zijn veroorzaakt, in beginsel zelf moet dragen, tenzij er sprake is van uitzonderingen die in het burgerlijk recht zijn vastgelegd. De Hoge Raad verwierp het beroep van de Staatssecretaris en veroordeelde hem in de proceskosten van de belanghebbende, vastgesteld op ƒ 1420 voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand.