ECLI:NL:HR:2001:AB1101
Hoge Raad
- Cassatie
- E. Korthals Altes
- A.G. Pos
- D.H. Beukenhorst
- P. van Amersfoort
- C.B. Bavinck
- Rechtspraak.nl
Cassatie over naheffingsaanslag loonbelasting en pensioenregeling
In deze zaak gaat het om een naheffingsaanslag loonbelasting/premie volksverzekeringen die aan belanghebbende, X BV, is opgelegd over het tijdvak van 1 januari tot en met 31 december 1995. De aanslag, ter hoogte van f 379.407, werd na bezwaar door de Inspecteur gehandhaafd. Belanghebbende ging in beroep bij het Hof, dat het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft belanghebbende cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het Hof. De Staatssecretaris van Financiën diende een verweerschrift in.
De Hoge Raad heeft het beroep gegrond verklaard en de uitspraak van het Hof vernietigd. De zaak wordt verwezen naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage voor verdere behandeling. De Hoge Raad oordeelt dat de Staatssecretaris van Financiën het griffierecht van f 630 aan belanghebbende moet vergoeden, evenals de kosten van het geding in cassatie, vastgesteld op f 1420 voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand.
De zaak betreft ook de beoordeling van een pensioenregeling tussen belanghebbende en C, de directeur en enig aandeelhouder. De ingangsdatum van het pensioen was uitgesteld van 1 april 1996 naar 1 april 2001. Het Hof had geoordeeld dat dit uitstel de pensioenregeling niet meer redelijk maakte volgens maatschappelijke opvattingen. De Hoge Raad oordeelt echter dat het Hof een verkeerde maatstaf heeft aangelegd bij de beoordeling van de pensioenrechten na het uitstel van de ingangsdatum. Dit leidde tot de conclusie dat de uitspraak van het Hof niet in stand kan blijven, en dat er een verwijzing moet volgen.
De Hoge Raad benadrukt dat de omvang van de pensioenrechten na het uitstel van de ingangsdatum bepalend is voor de vraag of deze uitgaan boven hetgeen naar maatschappelijke opvattingen redelijk moet worden geacht. De uitspraak van het Hof wordt vernietigd en de zaak wordt terugverwezen voor verdere beoordeling.