ECLI:NL:HR:2001:AD3964
Hoge Raad
- Cassatie
- C.H.M. Jansen
- J.B. Fleers
- A.G. Pos
- A. Hammerstein
- Rechtspraak.nl
Cassatie over legitieme portie en verdeling nalatenschap
In deze zaak gaat het om een geschil over de verdeling van de nalatenschap van een erflater, waarbij de kinderen van de erflater, aangeduid als de verweerders in cassatie, zich beroepen op hun legitieme portie. De eiseres, die de erflater vertegenwoordigt, heeft de kinderen gedagvaard voor de Rechtbank te Roermond. De kinderen vorderden onder andere dat de Rechtbank zou verklaren dat zij zich konden beroepen op hun legitieme portie en dat er geen natuurlijke verbintenis bestond tussen hen en de eiseres. De Rechtbank heeft in eerdere vonnissen de verdeling van de nalatenschap vastgesteld en de verplichtingen van de eiseres jegens de kinderen bepaald.
Na een reeks van tussenvonnissen en een eindvonnis van de Rechtbank, waarin de vorderingen van de kinderen werden toegewezen, heeft de eiseres hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch. Het Hof heeft de vonnissen van de Rechtbank bekrachtigd, maar enkele wijzigingen aangebracht in de bedragen die de eiseres aan de kinderen moest voldoen. De eiseres heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen het arrest van het Hof.
De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie verworpen. De klachten die door de eiseres in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, konden niet leiden tot cassatie, omdat zij niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft de eiseres bovendien veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van de kinderen zijn begroot op nihil. Dit arrest is gewezen door de raadsheren C.H.M. Jansen, J.B. Fleers en A.G. Pos, en openbaar uitgesproken door raadsheer A. Hammerstein op 14 december 2001.