ECLI:NL:HR:2001:AD5483
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H.J. Mijnssen
- A.E.M. van der Putt-Lauwers
- A.G. Pos
- A. Hammerstein
- P.C. Kop
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid werkgever voor ongeval tijdens woon-werkverkeer
In deze zaak heeft eiseres tot cassatie, hierna aangeduid als [eiseres], de Stichting Volks-hogeschool 'Bergen' gedagvaard voor de Rechtbank te Alkmaar. De vordering van [eiseres] betreft schadevergoeding voor vermogensschade en immateriële schade die voortvloeit uit een ongeval dat plaatsvond op 20 februari 1996. Tijdens het ongeval viel [eiseres] op een fietspad en brak haar linker enkelgewricht. De Stichting heeft de vordering bestreden, waarna de Rechtbank op 2 december 1999 de vordering afwees. Tegen dit vonnis heeft [eiseres] cassatie ingesteld.
De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 16 november 2001 geoordeeld dat [eiseres] niet-ontvankelijk is in haar beroep voor zover dit gericht is tegen bepaalde overwegingen van de Rechtbank. De Hoge Raad heeft de vordering van [eiseres] afgewezen, omdat het ongeval plaatsvond buiten het werkmilieu en niet in de uitoefening van haar werkzaamheden. De Rechtbank had vastgesteld dat [eiseres] op weg naar haar werk was en dat het ongeval op een openbare weg plaatsvond. De Hoge Raad bevestigde dat de Stichting als werkgever niet aansprakelijk is voor het ongeval, omdat het woon-werkverkeer, behoudens uitzonderingen, niet tot de verrichtingen in dienstverband behoort.
De Hoge Raad heeft ook de kosten van het geding in cassatie aan [eiseres] opgelegd, begroot op ƒ 632,20 aan verschotten en ƒ 3.000,-- voor salaris. Dit arrest is gewezen door de vice-president en vier raadsheren, en openbaar uitgesproken op 16 november 2001.