ECLI:NL:HR:2001:AD6775
Hoge Raad
- Cassatie
- G.J. Zuurmond
- F.W.G.M. van Brunschot
- D.G. van Vliet
- P. Lourens
- J.W. van den Berge
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen navorderingsaanslag inkomstenbelasting en beoordeling van goed koopmansgebruik
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep van belanghebbende X tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-Gravenhage, die betrekking heeft op een navorderingsaanslag in de inkomstenbelasting. De navorderingsaanslag was opgelegd naar een belastbaar inkomen van f 82.257, terwijl aanvankelijk voor het jaar 1986 een aanslag van nihil was opgelegd. De belanghebbende had eerder beroep ingesteld bij het Gerechtshof, dat de navorderingsaanslag had verminderd tot een belastbaar inkomen van f 16.558. Deze uitspraak werd door de Hoge Raad vernietigd, met verwijzing naar het Gerechtshof voor verdere behandeling.
Het Gerechtshof heeft vervolgens geoordeeld dat de nominale zegelschuld in feite niet zal worden betaald en heeft op basis van cijfermatige informatie vastgesteld dat 97,5 procent van de in dat jaar verkochte zegels niet voor terugbetaling wordt aangeboden. Dit oordeel werd door de Hoge Raad in cassatie getoetst. De Hoge Raad oordeelde dat het Hof niet buiten de verwijzingsopdracht was getreden en dat de klachten van belanghebbende over de oordelen van het Hof ongegrond waren.
De Hoge Raad verklaarde zowel het principale als het incidentele beroep ongegrond en veroordeelde de Staatssecretaris van Financiën in de kosten van het geding in cassatie aan de zijde van belanghebbende, vastgesteld op f 1420 voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand. Dit arrest is gewezen door de vice-president G.J. Zuurmond als voorzitter, en de raadsheren F.W.G.M. van Brunschot, D.G. van Vliet, P. Lourens en J.W. van den Berge, en is openbaar uitgesproken op 7 december 2001.