ECLI:NL:HR:2002:AD9591
Hoge Raad
- Cassatie
- C.H.M. Jansen
- A.G. Pos
- P.C. Kop
- A. Hammerstein
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot opheffing van conservatoir beslag op onverdeeld aandeel in perceel grond
In deze zaak heeft de verweerder in cassatie, niet verschenen, op 7 juni 1999 eiseres tot cassatie gedagvaard voor de President van de Rechtbank te 's-Hertogenbosch. De verweerder vorderde dat eiseres op straffe van verbeurte van een dwangsom zou worden veroordeeld om het op 26 april 1999 gelegde conservatoire beslag op het onverdeeld aandeel van verweerder in een perceel grond op te heffen. Eiseres heeft de vordering bestreden, waarna de President op 6 juli 1999 het gevraagde heeft toegewezen. Eiseres heeft hiertegen hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, dat op 13 maart 2000 het bestreden vonnis heeft bekrachtigd. Eiseres heeft vervolgens beroep in cassatie ingesteld tegen dit arrest van het Hof. De cassatiedagvaarding is aan het arrest gehecht en maakt daarvan deel uit. Tegen de niet verschenen verweerder is verstek verleend. De zaak is voor eiseres toegelicht door haar advocaat, mr. J. Groen. De Advocaat-Generaal F.B. Bakels heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep, met veroordeling van eiseres in de kosten. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en eiseres in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, tot op deze uitspraak aan de zijde van verweerder begroot op nihil. Dit arrest is gewezen door de raadsheren C.H.M. Jansen, als voorzitter, A.G. Pos en P.C. Kop, en in het openbaar uitgesproken door raadsheer A. Hammerstein op 1 maart 2002.