ECLI:NL:HR:2002:AD9706
Hoge Raad
- Cassatie
- G.J. Zuurmond
- F.W.G.M. van Brunschot
- P. Lourens
- C.B. Bavinck
- J.C. van Oven
- Rechtspraak.nl
Cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen uitspraak Gerechtshof Amsterdam inzake inkomstenbelasting
In deze zaak heeft de Staatssecretaris van Financiën beroep in cassatie ingesteld tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 15 maart 2001, betreffende een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen opgelegd aan belanghebbende voor het jaar 1994. De aanslag was aanvankelijk vastgesteld op een belastbaar inkomen van f 130.602, maar na bezwaar was deze verminderd tot f 121.852. Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Inspecteur beroep aangetekend bij het Gerechtshof te 's-Gravenhage, dat de uitspraak van de Inspecteur heeft vernietigd en de aanslag heeft verlaagd tot f 113.102. Deze uitspraak is vervolgens aan de Hoge Raad voorgelegd.
De Hoge Raad heeft in zijn verwijzingsarrest geoordeeld dat als er een reële mogelijkheid bestaat dat het ziekenfonds een korting zal toepassen of het contract niet zal verlengen, het ziekenfondscontract op één lijn te stellen is met goodwill. Het Hof heeft geoordeeld dat het volume-mutatiebeleid de door de Hoge Raad genoemde mogelijke gevolgen met zich meebrengt en heeft geconcludeerd dat het ziekenfondscontract in zijn geheel als goodwill moet worden beschouwd. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat het Hof de verwijzingsopdracht correct heeft uitgevoerd en dat het middel faalt.
De Hoge Raad verklaart het beroep van de Staatssecretaris ongegrond en veroordeelt hem in de proceskosten, vastgesteld op € 1288 voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand. Tevens wordt er een griffierecht van € 285 geheven voor het door de Staatssecretaris ingestelde beroep in cassatie. Dit arrest is gewezen op 1 maart 2002 door de vice-president en de raadsheren, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier.