ECLI:NL:HR:2002:AE1743
Hoge Raad
- Cassatie
- C.J.G. Bleichrodt
- F.H. Koster
- W.A.M. van Schendel
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen veroordeling voor moord met voorbedachten rade
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, waarbij de verdachte is veroordeeld voor moord. De verdachte, geboren in 1968 in de Bondsrepubliek Duitsland, was ten tijde van de uitspraak gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting 'De Geerhorst' te Sittard. Het Gerechtshof had op 2 mei 2001 een eerdere veroordeling van de Arrondissementsrechtbank te Maastricht bevestigd, waarbij de verdachte tot tien jaar gevangenisstraf was veroordeeld en ter beschikking was gesteld met bevel tot verpleging van overheidswege.
De Hoge Raad beoordeelt in deze uitspraak de middelen van cassatie die door de advocaat van de verdachte, mr. L.E.M. Hendriks, zijn voorgesteld. De Advocaat-Generaal Wortel heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad oordeelt dat de bewezenverklaring van moord met voorbedachten rade voldoende is onderbouwd. De verdachte had de gelegenheid om na te denken over zijn daad, wat blijkt uit de omstandigheden van de zaak en de verklaringen van de verdachte zelf.
De Hoge Raad concludeert dat de levensberoving door de verdachte niet het gevolg is van een ogenblikkelijke gemoedsbeweging, maar dat hij heeft gehandeld na kalm beraad en rustig overleg. De middelen van cassatie falen, en de Hoge Raad verwerpt het beroep. De uitspraak is gedaan op 11 juni 2002 door de vice-president en twee raadsheren, in aanwezigheid van de waarnemend-griffier.