ECLI:NL:HR:2002:AE3824
Hoge Raad
- Cassatie
- E. Korthals Altes
- L. Monné
- P.J. van Amersfoort
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep tegen aanslagen waterschapsomslag Wetterskip Marne-Middelsee
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep van belanghebbende tegen aanslagen in de waterschapsomslag van het Wetterskip Marne-Middelsee voor de jaren 1997, 1998 en 1999. De aanslagen werden opgelegd na bezwaar door het dagelijks bestuur van het Wetterskip Marne-Middelsee en het hoofd van de afdeling Heffingen van het Wetterskip Fryslân. Het Hof heeft het beroep tegen de aanslag voor 1997 ongegrond verklaard, maar de aanslagen voor 1998 en 1999 vernietigd. Zowel belanghebbende als het hoofd van de afdeling Heffingen hebben cassatie ingesteld tegen deze uitspraak van het Hof.
De Hoge Raad heeft vastgesteld dat het beroep in cassatie van het hoofd van de afdeling Heffingen niet-ontvankelijk is, omdat niet is aangetoond dat deze bevoegdheid was gemandateerd. De Hoge Raad oordeelt dat het beroep van belanghebbende ongegrond is, en dat er geen termen zijn voor een veroordeling in de proceskosten. Het hoofd van de afdeling Heffingen wordt wel veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, vastgesteld op € 1288 voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand. De Hoge Raad wijst het Wetterskip Fryslân aan als de rechtspersoon die deze kosten moet vergoeden.
De uitspraak van de Hoge Raad benadrukt de noodzaak van correcte mandatering bij het instellen van beroep in cassatie en bevestigt de uitspraak van het Hof met betrekking tot de indeling in omslagklassen, waarbij het belang van de kosten van particuliere bemaling niet relevant is voor de indeling in de omslagklassen.