ECLI:NL:HR:2002:AE7369
Hoge Raad
- Cassatie
- P. Neleman
- H.A.M. Aaftink
- A.G. Pos
- D.H. Beukenhorst
- P.C. Kop
- Rechtspraak.nl
Huurrechtelijke geschil over beëindiging huurovereenkomst en ontruiming van bedrijfsruimte
In deze zaak heeft de verhuurder, aangeduid als verweerder in cassatie, de huurder, aangeduid als eiser tot cassatie, gedagvaard voor de Kantonrechter te Harderwijk. De verhuurder vorderde dat de huurovereenkomst betreffende een kiosk zou eindigen op 1 juni 1999, met als nevenvordering de ontruiming van het gehuurde. De huurder heeft de vordering bestreden en verzocht om niet-ontvankelijkverklaring van de vordering, alsook om een vergoeding voor verhuis- en inrichtingskosten. De Kantonrechter heeft in een tussenvonnis van 13 augustus 1997 de reden voor opzegging van de huurovereenkomst ondeugdelijk geacht, maar heeft in een eindvonnis van 5 november 1997 de primaire vordering van de verhuurder toegewezen. De huurder heeft hoger beroep ingesteld bij de Rechtbank te Zutphen, die het eindvonnis van de Kantonrechter heeft vernietigd en de subsidiaire vordering van de verhuurder heeft toegewezen, waarbij de verhuurder is veroordeeld tot betaling van een tegemoetkoming in de verhuis- en inrichtingskosten van de huurder.
Tegen dit eindvonnis heeft de huurder cassatie ingesteld. De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de Rechtbank de opzeggingsbrief van de verhuurder correct heeft geïnterpreteerd. De verhuurder had de kiosk dringend nodig voor eigen gebruik, wat een toewijzingsgrond oplevert volgens de wet. De Hoge Raad heeft het beroep van de huurder verworpen en hem in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld. De uitspraak van de Hoge Raad is gedaan op 1 november 2002, waarbij de betrokken rechters de zaak in openbaar hebben behandeld.