ECLI:NL:HR:2002:AE8465
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- A.G. Pos
- P.C. Kop
- A. Hammerstein
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen eindvonnis van de Kantonrechter inzake vordering tot betaling door Stichting Waarborgfonds Motorverkeer
In deze zaak heeft de Stichting Waarborgfonds Motorverkeer, hierna te noemen 'de Stichting', op 14 december 2000 eiser tot cassatie, aangeduid als '[eiser]', gedagvaard voor de Kantonrechter te Bergen op Zoom. De Stichting vorderde een betaling van ƒ 2.368,42, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 14 december 1999. Eiser heeft de vordering bestreden, waarna de Kantonrechter bij tussenvonnis van 9 mei 2001 de Stichting tot bewijslevering heeft toegelaten. Na een getuigenverhoor op 20 september 2001 heeft de Kantonrechter op 19 december 2001 de vordering toegewezen. Dit eindvonnis is aan het arrest gehecht.
Eiser heeft vervolgens beroep in cassatie ingesteld tegen het eindvonnis van de Kantonrechter. De cassatie-dagvaarding is eveneens aan het arrest gehecht. De Stichting is in deze procedure niet verschenen, waardoor verstek is verleend. De Advocaat-Generaal L. Strikwerda heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep, met toepassing van artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO).
De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en eiser in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, welke kosten aan de zijde van de Stichting zijn begroot op nihil. De Hoge Raad oordeelde dat de in het middel aangevoerde klachten niet tot cassatie konden leiden en dat nadere motivering niet nodig was, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Dit arrest is gewezen op 15 november 2002 en openbaar uitgesproken door raadsheer A. Hammerstein.