ECLI:NL:HR:2003:AF6437
Hoge Raad
- Cassatie
- C.J.G. Bleichrodt
- F.H. Koster
- G.J.M. Corstens
- A.J.A. van Dorst
- W.A.M. van Schendel
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in kinderpornografiezaak na vernietiging van eerdere uitspraak
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 10 juni 2003 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De verdachte was eerder veroordeeld voor het in voorraad hebben van gegevensdragers met afbeeldingen van seksuele gedragingen waarbij kinderen betrokken waren. De Hoge Raad heeft de bestreden uitspraak vernietigd, maar uitsluitend voor wat betreft de videoband met IBN code V.2.10.02. De verdachte werd vrijgesproken van dit onderdeel van de tenlastelegging. De Hoge Raad oordeelde dat de afbeeldingen op deze videoband, die waren ontleend aan normale foto's van naakte kinderen op een strand, niet als seksuele gedragingen konden worden gekwalificeerd in de zin van artikel 240b (oud) van het Wetboek van Strafrecht. De Hoge Raad verwees de zaak voor de strafoplegging naar het Gerechtshof te Arnhem. De uitspraak benadrukt de noodzaak van een zorgvuldige beoordeling van wat als seksuele gedragingen wordt aangemerkt, vooral in het licht van de bescherming van kinderen tegen seksuele exploitatie. De advocaat-generaal had eerder geconcludeerd tot verwerping van het beroep, maar de Hoge Raad volgde deze conclusie niet voor het specifieke onderdeel van de tenlastelegging.