ECLI:NL:HR:2004:AN8284
Hoge Raad
- Cassatie
- P. Neleman
- J.B. Fleers
- H.A.M. Aaftink
- O. de Savornin Lohman
- P.C. Kop
- Rechtspraak.nl
Arrest over de status van een buurweg en de gevolgen van verandering in omstandigheden
In deze zaak hebben eisers tot cassatie, vertegenwoordigd door advocaat mr. C.J.J.C. van Nispen, verweerster in cassatie, vertegenwoordigd door advocaat mr. R.Th.R.F. Carli, gedagvaard voor de rechtbank te Alkmaar. De eisers vorderden te verklaren dat een pad, gelegen aan de zuidzijde van hun percelen, moet worden aangemerkt als een buurweg in de zin van artikel 719 (oud) BW. Daarnaast vroegen zij om een verbod voor verweerster om hen in het gebruik van dit pad te belemmeren. De rechtbank heeft de vordering op 1 maart 2001 afgewezen, waarna eisers hoger beroep hebben ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam. Het hof bekrachtigde het vonnis van de rechtbank op 7 maart 2002, wat leidde tot een cassatieberoep door eisers.
De Hoge Raad heeft op 13 februari 2004 uitspraak gedaan. De kern van de zaak draait om de vraag of het pad als buurweg kan worden aangemerkt, en of de bestemming tot buurweg is opgeheven door verandering van omstandigheden. De Hoge Raad oordeelde dat het hof terecht had geoordeeld dat de bestemming tot buurweg was opgeheven door de stilzwijgende toestemming van alle betrokkenen, en dat de vordering van eisers niet kon slagen. De Hoge Raad verwierp het beroep en veroordeelde eisers in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 301,34 aan verschotten en € 1.365,-- voor salaris.
De uitspraak benadrukt de noodzaak van gemeenschappelijke toestemming voor het opheffen van een buurweg en de gevolgen van feitelijke omstandigheden op het gebruik van dergelijke wegen. De beslissing van de Hoge Raad bevestigt de eerdere uitspraken van de lagere rechtbanken en het hof, en biedt duidelijkheid over de juridische status van buurwegen in het licht van veranderende omstandigheden.