ECLI:NL:HR:2004:AO9921
Hoge Raad
- Cassatie
- C.J.G. Bleichrodt
- J.P. Balkema
- B.C. de Savornin Lohman
- Rechtspraak.nl
Tussenarrest inzake Belgisch uitleveringsverzoek met betrekking tot verstekvonnissen
In deze zaak gaat het om een tussenarrest van de Hoge Raad der Nederlanden met betrekking tot een uitleveringsverzoek van het Koninkrijk België. De zaak betreft de opgeëiste persoon, geboren in 1970, die in België bij verstek is veroordeeld op 22 februari 1996. De veroordeling was niet aan hem persoonlijk betekend, maar aan de Procureur des Konings. Pas op 9 december 2003 werd de opgeëiste persoon in kennis gesteld van het vonnis, zonder dat hij bijgestaan werd door een advocaat en zonder dat hem de mogelijkheid van verzet werd uitgelegd. De Rechtbank te Almelo verklaarde de uitlevering ontoelaatbaar, omdat de opgeëiste persoon niet tijdig verzet had aangetekend, waardoor het Belgische vonnis onherroepelijk was geworden. De Hoge Raad oordeelt dat Nederland bij de bekrachtiging van het Benelux-Uitleveringsverdrag geen voorbehoud heeft gemaakt voor uitleveringsverzoeken ter tenuitvoerlegging van verstekvonnissen. De Hoge Raad vernietigt de bestreden uitspraak en beveelt dat de opgeëiste persoon zal worden opgeroepen voor een zitting op 14 september 2004 om te worden gehoord over het uitleveringsverzoek. De Hoge Raad concludeert dat de opgeëiste persoon in voldoende mate in de gelegenheid moet worden gesteld om zijn verdediging te voeren voordat tot tenuitvoerlegging van het vonnis wordt overgegaan.