ECLI:NL:HR:2005:AS2714
Hoge Raad
- Cassatie
- P. Neleman
- D.H. Beukenhorst
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- P.C. Kop
- W.A.M. van Schendel
- Rechtspraak.nl
Arrest inzake omgangsregeling en alimentatieverplichting tussen ouders
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 8 april 2005 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen een vrouw en een man, die in een echtscheiding verwikkeld waren. De vrouw, eiseres tot cassatie, had hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de voorzieningenrechter van de rechtbank te Alkmaar, waarin haar werd opgedragen om medewerking te verlenen aan een omgangsregeling met het kind van partijen, zoals opgelegd door het gerechtshof te Amsterdam. De man, verweerder in cassatie, had de vrouw in kort geding gedagvaard en vorderingen ingesteld met betrekking tot de omgangsregeling en alimentatieverplichtingen. De voorzieningenrechter had de vrouw geboden om haar medewerking te verlenen aan de omgangsregeling, met een dwangsom van € 500,-- per dag bij niet-naleving, en had de alimentatieverplichting van de man stopgezet tot de vrouw haar medewerking verleende.
De vrouw had tegen dit vonnis hoger beroep ingesteld, waarop het gerechtshof te Amsterdam het vonnis gedeeltelijk vernietigde en de vrouw opnieuw de verplichting oplegde om medewerking te verlenen aan de omgangsregeling, met eenzelfde dwangsom. De vrouw ging in cassatie tegen dit arrest van het hof. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten van de vrouw niet tot cassatie konden leiden, omdat deze niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad verwerpt het beroep en bevestigt daarmee de eerdere uitspraken van de lagere rechters.