ECLI:NL:HR:2005:AU1657
Hoge Raad
- Cassatie
- C.J.G. Bleichrodt
- J.P. Balkema
- H.A.G. Splinter-van Kan
- Rechtspraak.nl
Ouderlijk tuchtigingsrecht en de grenzen van opvoedkundig handelen
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 4 oktober 2005 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage. De verdachte, een vader, was veroordeeld voor mishandeling van zijn dochter, die op het moment van het voorval 15 jaar oud was. De vader had zijn dochter op 18 november 2002 in het gezicht geslagen, nadat zij hem een klap had gegeven toen hij haar naar zijn auto wilde meenemen. De vader voerde aan dat zijn handelen als een corrigerende tik vanuit opvoedkundig oogpunt gerechtvaardigd was. Het Hof verwierp dit verweer en oordeelde dat de wijze waarop de vader zijn dochter had geslagen, niet kon worden verantwoord vanuit opvoedkundig perspectief. De Hoge Raad bevestigde deze overwegingen en oordeelde dat het Hof niet onjuist of onbegrijpelijk had geoordeeld. De Hoge Raad concludeerde dat het beroep van de verdachte niet tot cassatie kon leiden en verwierp het beroep. De zaak benadrukt de grenzen van het ouderlijk gezag en de juridische implicaties van fysiek ingrijpen in opvoedkundige situaties.