ECLI:NL:HR:2005:AU2799
Hoge Raad
- Cassatie
- A.G. Pos
- L. Monné
- A.R. Leemreis
- Rechtspraak.nl
Weigering energiepremie wegens termijnoverschrijding
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 16 september 2005 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende de weigering van een energiepremie aan X B.V. Het verzoek om de premie was ingediend na de deadline, wat leidde tot een geschil over de tijdigheid van de aanvraag. De Inspecteur had op 25 september 2002 besloten dat de aanvraag terecht was afgewezen, waarna belanghebbende in beroep ging bij het Gerechtshof. Het Hof verklaarde het beroep ongegrond, waarop belanghebbende cassatie instelde.
De Hoge Raad heeft vastgesteld dat de aanvraag voor de energiepremie op 20 juni 2002 was ingediend, maar dat de laatste termijn van de aanneemsom voor de werkzaamheden aan de woningen op 22 februari 2002 was betaald. De Hoge Raad oordeelde dat het Hof terecht had geoordeeld dat de aanvraag niet tijdig was ingediend, aangezien deze uiterlijk dertien weken na de aanschaf van de voorziening had moeten worden gedaan. De Hoge Raad concludeerde dat het Hof geen onjuiste rechtsopvatting had gehanteerd en dat de beslissing van het Hof niet onbegrijpelijk of onvoldoende gemotiveerd was.
De Hoge Raad heeft de middelen van cassatie verworpen en het beroep ongegrond verklaard. De proceskosten werden niet toegewezen, omdat de Hoge Raad geen termen aanwezig achtte voor een veroordeling in de proceskosten. Dit arrest is gewezen door de vice-president A.G. Pos als voorzitter, en de raadsheren L. Monné en A.R. Leemreis, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier A.I. Boussak-Leeksma, en in het openbaar uitgesproken op 16 september 2005.