ECLI:NL:HR:2007:AZ9323
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- A. Hammerstein
- F.B. Bakels
- C.A. Streefkerk
- W.D.H. Asser
- Rechtspraak.nl
Cassatie over erfpacht en jaarlijkse canon
In deze zaak hebben eisers tot cassatie, bestaande uit meerdere personen, verweersters in cassatie gedagvaard voor de rechtbank Rotterdam. De eisers vorderden primair een wijziging van de erfpacht door de jaarlijkse canon te verhogen tot een marktconform bedrag, en subsidiair dat de erfpacht zou eindigen. De rechtbank heeft op 3 oktober 2002 de vordering afgewezen. Hierop hebben de eisers hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Gravenhage, dat op 30 juni 2005 het vonnis van de rechtbank heeft bekrachtigd. Tegen dit arrest hebben de eisers cassatie ingesteld.
De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en de vordering van de eisers tot cassatie verworpen. De conclusie van de plaatsvervangend Procureur-Generaal was dat het beroep verworpen moest worden. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd niet tot cassatie konden leiden. Dit was volgens artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO) niet verder te motiveren, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
De Hoge Raad heeft de eisers in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, die aan de zijde van de verweersters zijn begroot op € 362,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. Het arrest is gewezen door de vice-president J.B. Fleers als voorzitter en de raadsheren A. Hammerstein, F.B. Bakels, C.A. Streefkerk en W.D.H. Asser, en is op 27 april 2007 in het openbaar uitgesproken door raadsheer F.B. Bakels.