ECLI:NL:HR:2007:BA7694
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- B.C. de Savornin Lohman
- W.A.M. van Schendel
- J. de Hullu
- H.A.G. Splinter-van Kan
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van bewezenverklaringen en terugverwijzing naar Gerechtshof na cassatie in strafzaak
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 25 september 2007 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage. De verdachte was eerder veroordeeld voor verschillende strafbare feiten, waaronder het voorhanden hebben van een vuurwapen en het handelen in strijd met de Wet wapens en munitie. De Hoge Raad oordeelde dat de bewezenverklaringen van de feiten 1, 2 en 3 niet naar de eisen der wet met redenen waren omkleed. De Hoge Raad concludeerde dat uit de gebezigde bewijsmiddelen niet kon worden afgeleid dat de verdachte wetenschap had van de aanwezigheid van het vuurwapen en de munitie in de gehuurde auto. Ook de bewezenverklaring van feit 2, het voorhanden hebben van een mobiele telefoon, was ontoereikend gemotiveerd, omdat niet kon worden vastgesteld dat de verdachte redelijkerwijs had moeten vermoeden dat de telefoon door misdrijf verkregen was. De Hoge Raad vernietigde de bestreden uitspraak voor zover deze betrekking had op de feiten 1, 2 en 3, en verwees de zaak terug naar het Gerechtshof te Amsterdam voor een nieuwe behandeling. De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige motivering van bewezenverklaringen in strafzaken en de waarborgen van de rechtsgang.