ECLI:NL:HR:2008:BC5706
Hoge Raad
- Cassatie
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- J.C. van Oven
- C.A. Streefkerk
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Cassatie over rechtsgeldigheid van codicil en onrechtmatige daad van legataris
In deze zaak hebben de eisers, bestaande uit drie personen, een rechtszaak aangespannen tegen de verweerder, met als doel een verklaring voor recht te verkrijgen dat de verweerder onrechtmatig heeft gehandeld jegens hen en de nalatenschap van de erflater, [betrokkene 1]. De eisers vorderden een schadevergoeding van € 451.860,11. De rechtbank 's-Hertogenbosch heeft de verweerder bij tussenvonnis van 12 mei 2004 toegelaten tot bewijslevering, maar heeft in het eindvonnis van 2 februari 2005 de vorderingen van de eisers afgewezen. Hierop hebben de eisers hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch, dat op 16 mei 2006 de vonnissen van de rechtbank heeft bekrachtigd.
Tegen deze beslissing hebben de eisers cassatie ingesteld. De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en de conclusie van de Advocaat-Generaal, C.L. de Vries Lentsch-Kostense, strekte tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de in de middelen aangevoerde klachten niet tot cassatie kunnen leiden, en dat nadere motivering niet nodig is, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en de eisers veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van de verweerder zijn begroot op € 5.905,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, J.C. van Oven en C.A. Streefkerk, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 18 april 2008.