ECLI:NL:HR:2008:BC5722

Hoge Raad

Datum uitspraak
11 april 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
C06/338HR
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding huurovereenkomst wegens hennepteelt en rechten van het kind

In deze zaak gaat het om de ontbinding van een huurovereenkomst tussen de Stichting Brabant Wonen en de huurders, die ook de minderjarige [betrokkene 1] vertegenwoordigen. De Stichting heeft op 19 mei 2004 de huurders gedagvaard voor de rechtbank 's-Hertogenbosch, sector kanton, met het verzoek om de huurovereenkomst te ontbinden en het gehuurde pand aan de [a-straat 1] te [woonplaats] te ontruimen. De huurders hebben de vordering bestreden, maar de kantonrechter heeft op 27 januari 2005 de vordering toegewezen en de huurders veroordeeld tot ontruiming binnen veertien dagen na betekening van het vonnis. Hierop hebben de huurders hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch, dat op 22 augustus 2006 het vonnis van de kantonrechter heeft bekrachtigd.

Tegen dit arrest hebben de huurders cassatie ingesteld. De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en de conclusie van de Advocaat-Generaal J. Wuisman, die tot verwerping van het beroep strekte, in overweging genomen. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de in de middelen aangevoerde klachten niet tot cassatie kunnen leiden, en dat nadere motivering niet nodig is, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en de huurders in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, begroot op € 367,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.

Uitspraak

11 april 2008
Eerste Kamer
Nr. C06/338HR
RM/EE
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
1. [Eiseres 1],
2. [Eiser 2], optredende voor zichzelf en in hun hoedanigheid van wettelijk vertegewoordigers van de minderjarige [betrokkene 1],
allen wonende te [woonplaats],
EISERS tot cassatie,
advocaat: mr. R.A. Kaarls,
t e g e n
STICHTING BRABANT WONEN,
gevestigd te 's-Hertogenbosch,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. K.G.W. van Oven.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als de huurders en de Stichting.
1. Het geding in feitelijke instanties
De Stichting heeft bij exploot van 19 mei 2004 de huurders gedagvaard voor de rechtbank 's-Hertogenbosch, sector kanton, en gevorderd, kort gezegd, de huurovereenkomst tussen partijen met betrekking tot de woonruimte aan het [a-straat 1] te [woonplaats] te ontbinden en het gehuurde te ontruimen en te verlaten.
De huurders hebben de vordering bestreden.
De kantonrechter heeft bij vonnis van 27 januari 2005 de vordering toegewezen en de huurders veroordeeld tot ontruiming van het gehuurde binnen veertien dagen na betekening van zijn vonnis.
Tegen dit vonnis hebben de huurders hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch.
Bij arrest van 22 augustus 2006 heeft het hof het vonnis van de kantonrechter bekrachtigd.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof hebben de huurders beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Stichting heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor de Stichting toegelicht door haar advocaat.
De conclusie van de Advocaat-Generaal J. Wuisman strekt tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van de middelen
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt de huurders in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van de Stichting begroot op € 367,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, A. Hammerstein, en C.A. Streefkerk en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 11 april 2008.