ECLI:NL:HR:2008:BF0756
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- W.A.M. van Schendel
- H.A.G. Splinter-van Kan
- Rechtspraak.nl
Intrekking hoger beroep en behandeling bij verstek in strafzaak
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 11 november 2008 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Leeuwarden. De zaak betreft een verdachte die eerder was veroordeeld door de Politierechter in de Rechtbank te Groningen voor openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen. De verdachte had een hoger beroep ingesteld, maar dit beroep was voorafgaand aan de terechtzitting ingetrokken. Het Hof had de zaak desondanks bij verstek behandeld, wat leidde tot de vraag of deze behandeling terecht was. De Hoge Raad oordeelde dat het oordeel van het Hof dat de zaak op een bestaand hoger beroep diende te worden behandeld, niet begrijpelijk was gezien de akte van intrekking. De Hoge Raad besloot om de zaak zelf af te doen en te verstaan dat het hoger beroep was ingetrokken. De uitspraak van het Hof werd vernietigd, en de Hoge Raad bevestigde dat het hoger beroep tegen het vonnis van de Politierechter was ingetrokken. De zaak illustreert de noodzaak van zorgvuldige procesvoering en de gevolgen van het intrekken van rechtsmiddelen in strafzaken.