ECLI:NL:HR:2009:BG4827
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- J.P. Balkema
- H.A.G. Splinter-van Kan
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van de bewezenverklaring van het voorhanden hebben van tabakswaren verkregen door misdrijf
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 13 januari 2009 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Leeuwarden. De verdachte was beschuldigd van het voorhanden hebben van tabakswaren die door misdrijf verkregen waren. De bewezenverklaring van dit feit was onderwerp van discussie. De Hoge Raad oordeelde dat de bewezenverklaring, met name de stelling dat de verdachte ten tijde van het voorhanden krijgen van de tabakswaren wist dat het om door misdrijf verkregen goederen ging, niet zonder meer kon worden afgeleid uit de gebezigde bewijsmiddelen. Dit leidde tot de conclusie dat de bestreden uitspraak niet naar de eisen van de wet met redenen was omkleed.
De zaak betrof een periode van 10 december 2003 tot en met 8 juni 2004, waarin de verdachte in de gemeente Leeuwarden een hoeveelheid tabakswaren voorhanden had. De Hoge Raad vernietigde de bestreden uitspraak, maar alleen wat betreft de beslissingen met betrekking tot het ten laste gelegde feit en de strafoplegging. De zaak werd terugverwezen naar het Gerechtshof te Leeuwarden voor herbehandeling.
De advocaat van de verdachte, mr. J. Boksem, had middelen van cassatie voorgesteld, en de Advocaat-Generaal Jörg had geconcludeerd tot vernietiging van het arrest, maar enkel ten aanzien van de opgelegde straf. De Hoge Raad verwerpt het beroep voor het overige, wat betekent dat de andere onderdelen van de uitspraak in stand blijven. Dit arrest is gewezen door de vice-president en twee raadsheren, en is op 13 januari 2009 uitgesproken.