ECLI:NL:HR:2009:BG8968

Hoge Raad

Datum uitspraak
17 februari 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
07/13241 B
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
  • F.H. Koster
  • J.P. Balkema
  • J.W. Ilsink
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatieberoep tegen niet-ontvankelijkverklaring van klaagschrift tot teruggave van inbeslaggenomen honden

In deze zaak gaat het om een cassatieberoep van een klager die verzocht om teruggave van twee honden die onder hem in beslag waren genomen. De Rechtbank te 's-Gravenhage had op 12 december 2006 het klaagschrift van de klager ongegrond verklaard. De klager had eerder een vonnis van de Politierechter in de Rechtbank te 's-Gravenhage ontvangen, waarin de honden onttrokken waren aan het verkeer. Dit vonnis was inmiddels onherroepelijk geworden. De Hoge Raad heeft op 17 februari 2009 geoordeeld dat de klager bij gebrek aan belang niet-ontvankelijk is in zijn cassatieberoep. De Advocaat-Generaal had geconcludeerd tot niet-ontvankelijkheid van de klager, wat door de Hoge Raad werd bevestigd. De beslissing werd genomen in raadkamer en uitgesproken tijdens een openbare zitting.

Uitspraak

17 februari 2009
Strafkamer
nr. 07/13241 B
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
op het beroep in cassatie tegen een beschikking van de Rechtbank te 's-Gravenhage van 12 december 2006, nummer RK 06/2272, op een klaagschrift als bedoeld in artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering, ingediend door:
[Klager], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1984, thans zonder bekende woon- of verblijfplaats hier te lande.
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de klager. Namens deze heeft mr. R.T.R.F. Carli, advocaat te 's-Gravenhage, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld.
De Advocaat-Generaal Schipper heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring van de klager in zijn cassatieberoep.
2. Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep
De Rechtbank heeft bij beschikking van 12 december 2006 het klaagschrift van de klager strekkende tot teruggave van twee onder [betrokkene 1] inbeslaggenomen honden, ongegrond verklaard. Bij de stukken bevindt zich een vonnis van 24 juli 2007 van de Politierechter in de Rechtbank te 's-Gravenhage in de strafzaak tegen [betrokkene 1]. De Politierechter heeft bij dat vonnis de in het klaagschrift bedoelde honden onttrokken aan het verkeer. Dat vonnis is blijkens de door de Rechtbank te 's-Gravenhage aan de Hoge Raad verstrekte inlichtingen inmiddels onherroepelijk geworden. Dat brengt mee dat de klager bij gebrek aan belang in het cassatieberoep niet kan worden ontvangen.
3. Beslissing
De Hoge Raad verklaart de klager niet-ontvankelijk in het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de vice-president F.H. Koster als voorzitter, en de raadsheren J.P. Balkema en J.W. Ilsink, in bijzijn van de waarnemend griffier J.D.M. Hart, in raadkamer en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 17 februari 2009.