ECLI:NL:HR:2009:BK3204

Hoge Raad

Datum uitspraak
22 december 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
08/01450 B
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatieberoep tegen beschikking van het Gerechtshof om hoger beroep buiten behandeling te laten

In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een beschikking van de voorzitter van het Gerechtshof te 's-Gravenhage, waarbij een ingesteld hoger beroep buiten behandeling is gelaten. De beschikking is gegeven op 3 december 2007 en betreft de strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1982. De verdachte heeft beroep in cassatie ingesteld, vertegenwoordigd door mr. H. Weisfelt, advocaat te 's-Gravenhage. De Advocaat-Generaal, Hofstee, heeft geconcludeerd dat de verdachte niet-ontvankelijk moet worden verklaard in zijn beroep.

De Hoge Raad heeft de ontvankelijkheid van het cassatieberoep beoordeeld. Volgens artikel 445 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) staat tegen beschikkingen beroep in cassatie alleen open in de gevallen die in dat wetboek zijn bepaald. Aangezien er geen bepaling is die het mogelijk maakt om cassatie in te stellen tegen een beschikking als bedoeld in artikel 410a, vierde lid, Sv, kan de verdachte niet in zijn beroep worden ontvangen. Dit is in lijn met eerdere rechtspraak en de relevante Kamerstukken.

Op 22 december 2009 heeft de Hoge Raad de beslissing genomen om de verdachte niet-ontvankelijk te verklaren in het cassatieberoep. Deze beschikking is uitgesproken ter openbare terechtzitting en is gewezen door de raadsheren in raadkamer, met de waarnemend griffier aanwezig.

Uitspraak

22 december 2009
Strafkamer
nr. 08/01450 B
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
op het beroep in cassatie tegen een beschikking als bedoeld in art. 410a, vierde lid, Sv, van de voorzitter van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 3 december 2007, nummer 22/004707-07, in de strafzaak tegen:
[Verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1982, wonende te [woonplaats].
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. H. Weisfelt, advocaat te 's-Gravenhage, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld.
De Advocaat-Generaal Hofstee heeft geconcludeerd dat de verdachte niet-ontvankelijk zal worden verklaard in zijn beroep.
2. Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep
2.1. Het cassatieberoep is gericht tegen een beschikking van de voorzitter van een gerechtshof om een ingesteld hoger beroep buiten behandeling te laten, als bedoeld in art. 410a, vierde lid Sv.
2.2. Volgens art. 445 Sv staat tegen beschikkingen beroep in cassatie alleen open in de gevallen in dat wetboek bepaald. Nu in dat wetboek geen bepaling voorkomt volgens welke beroep in cassatie openstaat tegen een beschikking als bedoeld in art. 410a, vierde lid, Sv van de voorzitter van een gerechtshof om een ingesteld hoger beroep buiten behandeling te laten, kan de verdachte in het ingestelde beroep niet worden ontvangen (vgl. Kamerstukken I, 2005-2006, 30 320, C, p. 7, en HR 31 maart 2009, LJN BG6595).
3. Beslissing
De Hoge Raad verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het beroep.
Deze beschikking is gewezen door de raadsheer J.P. Balkema als voorzitter, en de raadsheren B.C. de Savornin Lohman en M.A. Loth, in bijzijn van de waarnemend griffier H.J.J. Verhoeven, in raadkamer en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 22 december 2009.