ECLI:NL:HR:2010:BK6056

Hoge Raad

Datum uitspraak
8 januari 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
08/02129
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Arbitrage en vernietiging van een arbitraal vonnis in civiele zaken

In deze zaak heeft AZ N.V. op 28 oktober 2003 [verweerder] gedagvaard voor de rechtbank Utrecht met het verzoek om het arbitraal vonnis van de Koninklijke Nederlandse Voetbalbond van 8 augustus 2003 te vernietigen. De rechtbank heeft op 8 november 2006 de vordering van AZ afgewezen. AZ heeft hiertegen hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam, dat op 22 januari 2008 het vonnis van de rechtbank heeft bekrachtigd. Tegen dit arrest heeft AZ cassatie ingesteld. De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en de vordering van AZ tot vernietiging van het arbitraal vonnis afgewezen. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, niet tot cassatie konden leiden. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, dat bepaalt dat geen nadere motivering nodig is wanneer de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft AZ bovendien veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van [verweerder] zijn begroot op € 374,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. De uitspraak is gedaan door de vice-president D.H. Beukenhorst als voorzitter en de raadsheren J.C. van Oven, W.A.M. van Schendel, F.B. Bakels en W.D.H. Asser, en is in het openbaar uitgesproken door raadsheer E.J. Numann op 8 januari 2010.

Uitspraak

8 januari 2010
Eerste Kamer
08/02129
EE/MD
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
AZ N.V.,
gevestigd te Alkmaar,
EISERES tot cassatie,
advocaat: aanvankelijk mr. M. Ynzonides, thans mr. R.A.A. Duk,
t e g e n
[Verweerder],
wonende te [woonplaats]
VERWEERDER in cassatie,
advocaat: mr. E. Grabandt.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als AZ en [verweerder].
1. Het geding in feitelijke instanties
AZ heeft bij exploot van 28 oktober 2003 [verweerder] gedagvaard voor de rechtbank Utrecht en gevorderd het tussen partijen gewezen vonnis van de arbitragecommissie van de Koninklijke Nederlandse Voetbalbond van 8 augustus 2003 te vernietigen.
[Verweerder] heeft de vordering bestreden.
De rechtbank bij vonnis van 8 november 2006 de vordering afgewezen.
Tegen voornoemd vonnis heeft AZ hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam.
Bij arrest van 22 januari 2008 heeft het hof het vonnis van de rechtbank bekrachtigd.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft AZ beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
[Verweerder] heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor AZ namens haar advocaat toegelicht door mr. M. Ynzonides en mr. D. Horeman, advocaten te Amsterdam, en voor [verweerder] door zijn advocaat.
De conclusie van de Advocaat-Generaal J.L.R.A. Huydecoper strekt tot verwerping.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt AZ in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerder] begroot op € 374,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de vice-president D.H. Beukenhorst als voorzitter en de raadsheren J.C. van Oven, W.A.M. van Schendel, F.B. Bakels en W.D.H. Asser, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 8 januari 2010.