ECLI:NL:HR:2010:BL0012
Hoge Raad
- Cassatie
- A. Hammerstein
- F.B. Bakels
- W.D.H. Asser
- W.A.M. van Schendel
- Rechtspraak.nl
Cassatie over voorwaardelijke machtiging en opname in psychiatrisch ziekenhuis
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 19 februari 2010 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende de voorwaardelijke machtiging tot opname in een psychiatrisch ziekenhuis. De verzoekster, die in deze procedure optrad als betrokkene, had eerder een voorwaardelijke machtiging gekregen van de rechtbank Amsterdam op 6 augustus 2009. Deze machtiging was verleend voor de duur van zes maanden, met de voorwaarde dat betrokkene zich onder behandeling zou stellen. Op 11 september 2009 heeft de geneesheer-directeur van het psychiatrische ziekenhuis besloten om betrokkene op te nemen, wat leidde tot een verzoek van de officier van justitie aan de rechtbank om deze beslissing te toetsen.
De rechtbank heeft op 6 oktober 2009 betrokkene, bijgestaan door haar raadsvrouwe, en de psychiater gehoord. Vervolgens heeft de rechtbank de officier van justitie verzocht om een verslag van een onafhankelijk psychiatrisch onderzoek. Na het indienen van aanvullende stukken door de officier van justitie en de raadsvrouwe, heeft de rechtbank op 22 oktober 2009 de beslissing van de geneesheer-directeur tot opname gehandhaafd. Betrokkene heeft hiertegen cassatie ingesteld.
De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling geconcludeerd dat de klachten die in het cassatierekest zijn aangevoerd, niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad oordeelde dat er geen noodzaak was voor nadere motivering, aangezien de klachten niet leidden tot rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen, waarmee de eerdere beslissingen van de rechtbank in stand zijn gebleven.