ECLI:NL:HR:2010:BL2217
Hoge Raad
- Cassatie
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- J.C. van Oven
- C.A. Streefkerk
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Cassatie over executoriale verkoop van een scheepswerf en het verbod op uitoefening van retentierecht
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 26 maart 2010 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die voortvloeide uit een geschil over de executoriale verkoop van een scheepswerf door de hypotheekhouder. De eiseres, de Coöperatieve Rabobank 'Dodewaard' B.A. in liquidatie, had beroep in cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof te Arnhem. Dit arrest bevestigde een eerder vonnis van de voorzieningenrechter te Arnhem, waarin de rechtsgeldigheid van de executoriale verkoop werd behandeld. De Hoge Raad verwijst naar de relevante feiten en eerdere uitspraken, waaronder het vonnis van 8 november 2007 en het arrest van 13 mei 2008. De advocaat-generaal L. Strikwerda heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep, en de Hoge Raad heeft deze conclusie gevolgd. De Hoge Raad heeft het beroep van de eiseres verworpen en haar veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 143,14 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten in de middelen niet tot cassatie kunnen leiden, en dat nadere motivering niet nodig is, gezien artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie. De uitspraak is openbaar gedaan door raadsheer E.J. Numann.