ECLI:NL:HR:2010:BM8150
Hoge Raad
- Cassatie
- P. Lourens
- C.B. Bavinck
- J.A.C.A. Overgaauw
- Rechtspraak.nl
Cassatie over de aftrekbaarheid van lasten ter zake van winstrechten in de vennootschapsbelasting
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van X1 B.V. tegen een uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De zaak betreft de vennootschapsbelasting en de aftrekbaarheid van lasten die verband houden met winstrechten. De belanghebbende, X1 B.V., kreeg voor het jaar 2001 een aanslag in de vennootschapsbelasting opgelegd, vergezeld van een boete. Na bezwaar van de belanghebbende heeft de Inspecteur de aanslag verminderd tot nihil en de boete laten vervallen. De Inspecteur verrekende het door hem vastgestelde verlies van de belanghebbende over voorgaande jaren met de belastbare winst van het onderhavige jaar. Het Hof verklaarde het beroep van de belanghebbende ongegrond.
De belanghebbende heeft cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het Hof. De Staatssecretaris van Financiën diende een verweerschrift in. De Advocaat-Generaal R.E.C.M. Niessen concludeerde tot ongegrondverklaring van het beroep in cassatie. De Hoge Raad oordeelde dat de omstandigheden waaronder de winstrechten zijn vormgegeven, bepalend zijn voor de aftrekbaarheid van de lasten. Het Hof had geoordeeld dat de hoedanigheid van de echtgenoten als oprichter en aandeelhouder van belanghebbende van doorslaggevend belang was, waardoor de lasten niet ten laste van de winst konden worden gebracht.
De Hoge Raad bevestigde het oordeel van het Hof en oordeelde dat de middelen van de belanghebbende niet tot cassatie konden leiden. De Hoge Raad verklaarde het beroep in cassatie ongegrond, en oordeelde dat de Inspecteur terecht het verlies van voorgaande jaren had verrekend met de winst van het onderhavige jaar. De beslissing van de Hoge Raad werd openbaar uitgesproken op 15 oktober 2010.