ECLI:NL:HR:2011:BO9573
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- J.C. van Oven
- F.B. Bakels
- C.A. Streefkerk
- Rechtspraak.nl
Kwalificatie van een overeenkomst tot het verrichten van werk tegen betaling
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 11 februari 2011 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen de Nederlands-Israëlietische Hoofdsynagoge (NIHS) en een verweerder. De kwestie betreft de kwalificatie van een overeenkomst die strekt tot het verrichten van werk tegen betaling. De Hoge Raad heeft de vraag behandeld of deze overeenkomst moet worden gekwalificeerd als een arbeidsovereenkomst of als een overeenkomst van opdracht. De zaak is voortgekomen uit een eerder vonnis van de kantonrechter te Amsterdam en een arrest van het gerechtshof te Amsterdam. NIHS heeft beroep in cassatie ingesteld tegen het arrest van het hof, dat aan de Hoge Raad is gehecht. De advocaat-generaal L.A.D. Keus heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en NIHS veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 384,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. De uitspraak is gedaan door een collegiaal orgaan, waarbij de vice-president J.B. Fleers als voorzitter fungeerde. De overige rechters waren A.M.J. van Buchem-Spapens, J.C. van Oven, F.B. Bakels en C.A. Streefkerk. De uitspraak is openbaar uitgesproken door raadsheer F.B. Bakels.