ECLI:NL:HR:2011:BP3955
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- H.A.G. Splinter-van Kan
- W.F. Groos
- Rechtspraak.nl
Cassatie over opzetheling en bewijsvoering in strafzaak
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 29 maart 2011 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam. De verdachte was beschuldigd van opzetheling van een mobiele telefoon, die hij op 10 en 11 augustus 2008 in Amsterdam in zijn bezit had. De bewezenverklaring steunde op verklaringen van zowel de aangifte als de verdachte zelf. De aangifte beschreef hoe de telefoon was gestolen tijdens een zakkenrollerij, terwijl de verdachte verklaarde dat hij de telefoon van een onbekende man had gekocht voor 50 euro. De Hoge Raad oordeelde dat de bewezenverklaring niet voldoende was gemotiveerd. Er ontbrak een nadere motivering die aantoonde dat de verdachte wist dat de telefoon een door misdrijf verkregen goed betrof. Hierdoor was de bewezenverklaring ontoereikend gemotiveerd. De Hoge Raad vernietigde het bestreden arrest en wees de zaak terug naar het Gerechtshof te Amsterdam voor herbehandeling. De uitspraak benadrukt het belang van voldoende bewijs en motivering in strafzaken, vooral bij de beoordeling van opzet en kennis van de verdachte met betrekking tot de herkomst van goederen.