ECLI:NL:HR:2011:BP8498
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- J. de Hullu
- W.F. Groos
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van de bewezenverklaring in een cassatieprocedure inzake drugshandel
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 26 april 2011 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam. De verdachte was eerder veroordeeld voor het opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland brengen van een grote hoeveelheid hennep, met een gewicht van ongeveer 251,82 kilogram. De bewezenverklaring was gebaseerd op verklaringen van de verdachte en bewijsstukken die door het Hof waren gewogen. Echter, de Hoge Raad oordeelde dat het Hof de verklaring van de verdachte, die in hoger beroep was afgelegd, ten onrechte ongeloofwaardig had geacht zonder deze voldoende te motiveren. Dit leidde tot de conclusie dat de bewezenverklaring niet voldeed aan de eisen van de wet, omdat deze niet met de nodige redenen was omkleed. De Hoge Raad vernietigde daarom de bestreden uitspraak en wees de zaak terug naar het Gerechtshof te Amsterdam voor een nieuwe behandeling van het hoger beroep.
De zaak betreft een strafrechtelijke procedure waarin de verdachte, geboren in 1943 en woonachtig in Nederland, werd beschuldigd van drugshandel. De verdediging, vertegenwoordigd door de advocaten mr. B.P. de Boer en mr. A.J. van der Velden, had middelen van cassatie ingediend. De Advocaat-Generaal had geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad oordeelde dat de motivering van de bewezenverklaring niet voldeed aan de wettelijke eisen, wat leidde tot de vernietiging van de uitspraak van het Hof. De zaak zal nu opnieuw worden behandeld door het Gerechtshof, waarbij de eerdere bewijsvoering opnieuw zal worden beoordeeld.