ECLI:NL:HR:2011:BQ6584
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- H.A.G. Splinter-van Kan
- M.A. Loth
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen arrest Gerechtshof Leeuwarden in strafzaak
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te Leeuwarden, gedateerd 15 oktober 2009, met nummer 24/001997-08. De verdachte, geboren in 1975, had ten tijde van de betekening van de aanzegging geen bekende woon- of verblijfplaats in Nederland. Het beroep in cassatie is ingesteld door de verdachte, vertegenwoordigd door mr. B.P. de Boer, advocaat te Amsterdam. In de schriftelijke verdediging is een middel van cassatie voorgesteld, dat aan het arrest is gehecht en daar deel van uitmaakt.
De Advocaat-Generaal Machielse heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep. De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat het voorgestelde middel niet kan leiden tot cassatie. Volgens artikel 81 van de Wet op de Rechterlijke Organisatie (RO) behoeft dit geen nadere motivering, omdat het middel niet leidt tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
Op 12 juli 2011 heeft de Hoge Raad het beroep verworpen. Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, samen met de raadsheren H.A.G. Splinter-van Kan en M.A. Loth, in aanwezigheid van de waarnemend griffier E. Schnetz. De uitspraak is gepubliceerd onder ECLI:NL:HR:2011:BQ6584.