ECLI:NL:HR:2011:BR6388
Hoge Raad
- Cassatie
- J.W. van den Berge
- M.W.C. Feteris
- R.J. Koopman
- Rechtspraak.nl
Cassatie over aanslag inkomstenbelasting en voorkoming dubbele belasting
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende X tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 26 november 2010, betreffende een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 2004. De Inspecteur had de aanslag na bezwaar gehandhaafd, waarna de Rechtbank te Breda het beroep ongegrond verklaarde. Belanghebbende ging in hoger beroep bij het Hof, dat de uitspraak van de Rechtbank bevestigde. Tegen deze uitspraak heeft belanghebbende cassatie ingesteld. De Staatssecretaris van Financiën diende een verweerschrift in, en de Advocaat-Generaal C.W.M. van Ballegooijen concludeerde op 15 juli 2011 tot ongegrondverklaring van het beroep in cassatie.
De Hoge Raad beoordeelt de klachten van belanghebbende, maar oordeelt dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. Dit wordt onderbouwd met verwijzingen naar eerdere uitspraken en het feit dat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten en verklaart het beroep in cassatie ongegrond. Het arrest is gewezen door vice-president J.W. van den Berge als voorzitter, en de raadsheren M.W.C. Feteris en R.J. Koopman, in tegenwoordigheid van waarnemend griffier A.I. Boussak-Leeksma, en is openbaar uitgesproken op 11 november 2011.