ECLI:NL:HR:2011:BT7492
Hoge Raad
- Cassatie
- E.J. Numann
- W.A.M. van Schendel
- F.B. Bakels
- C.E. Drion
- G. Snijders
- J.C. van Oven
- Rechtspraak.nl
Cassatie over de Wet kaderregeling vut overheidspersoneel en de rol van pensioenfondsen
In deze zaak, die voor de Hoge Raad is gebracht, gaat het om een cassatieberoep van de Stichting Pensioenfonds ABP en de Stichting Vut-Fonds Overheidspersoneel tegen een arrest van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De zaak betreft de toepassing van de Wet kaderregeling vut overheidspersoneel. De Hoge Raad heeft op 25 november 2011 uitspraak gedaan in deze kwestie, waarbij de vice-president E.J. Numann de zitting heeft geleid. De partijen in deze zaak zijn de eisers tot cassatie, ABP c.s., en de verweerder in cassatie, Stichting Onderwijsadviescentrum Twente (OAC), die niet is verschenen. De Hoge Raad verwijst naar eerdere uitspraken in de feitelijke instanties, waaronder een vonnis van de kantonrechter te Heerlen en een arrest van het gerechtshof. De conclusie van de Advocaat-Generaal L.A.D. Keus strekt tot verwerping van het cassatieberoep, en de advocaat van ABP c.s. heeft hierop gereageerd. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen en ABP c.s. in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, die aan de zijde van OAC zijn begroot op nihil. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten in het middel niet tot cassatie kunnen leiden, en dat nadere motivering niet nodig is, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.