ECLI:NL:HR:2011:BU3922
Hoge Raad
- Cassatie
- E.J. Numann
- W.A.M. van Schendel
- F.B. Bakels
- W.D.H. Asser
- G. Snijders
- J.C. van Oven
- Rechtspraak.nl
Cassatie over voorlopig getuigenverhoor en bewijsvoering in civiele procedure
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 16 december 2011 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure over een voorlopig getuigenverhoor. De zaak betreft een geschil tussen [verzoeker] en Cyrte c.s. over een aandelentransactie. De rechtbank had op verzoek van Cyrte c.s. een voorlopig getuigenverhoor bevolen, waarbij de rechter-commissaris bepaalde getuigen had gehoord. [Verzoeker] wilde echter ook vier andere getuigen horen in contra-enquête, maar de rechter-commissaris weigerde dit, met het argument dat het horen van deze getuigen de reikwijdte van het voorlopig getuigenverhoor te buiten ging.
Het hof verklaarde [verzoeker] niet-ontvankelijk in zijn hoger beroep tegen deze beslissing, maar de Hoge Raad oordeelde dat het hof deze beslissing niet kon dragen. De Hoge Raad benadrukte dat de rechter-commissaris geen discretionaire bevoegdheid heeft om het aantal te horen getuigen te beperken, tenzij de goede procesorde dit eist. De Hoge Raad oordeelde dat het recht van [verzoeker] om getuigen te horen in het voorlopig getuigenverhoor niet onterecht mag worden ontzegd.
De Hoge Raad vernietigde de beschikking van het hof en de beschikking van de rechter-commissaris, en verwees de zaak terug naar de rechter-commissaris om de contra-enquête voort te zetten. Tevens werden de kosten van de procedure aan Cyrte c.s. opgelegd. Deze uitspraak verduidelijkt de regels omtrent voorlopig getuigenverhoor en de rechten van partijen in civiele procedures.