3.1 In cassatie kan van het volgende worden uitgegaan:
(i) Op grond van art. 10.21 Wet milieubeheer moeten de gemeenteraad en burgemeester en wethouders, al dan niet in samenwerking met de gemeenteraad en burgemeester en wethouders van andere gemeenten, ervoor zorgdragen dat ten minste eenmaal per week huishoudelijk afval wordt ingezameld bij elk binnen het grondgebied van hun gemeente gelegen perceel waar zodanige afvalstoffen geregeld kunnen ontstaan. Tevens moet de gemeenteraad, op grond van art. 10.23 Wet milieubeheer, een afvalstoffen-verordening vaststellen in het belang van de bescherming van het milieu. Beide bepalingen betreffen het beheer van afvalstoffen (titel 10.4 Wet milieubeheer), welk beheer volgens art. 1.1 Wet milieubeheer mede omvat het vervoer, de nuttige toepassing en verwijdering van afvalstoffen.
(ii) AVR houdt zich bezig met de inzameling en de verwerking van huishoudelijk afval. Zij is een private onderneming.
(iii) HVC houdt zich eveneens bezig met de inzameling en de verwerking van huishoudelijk afval. Zij is een overheidsbedrijf. Haar aandelen worden alleen (direct of indirect) gehouden door gemeenten en rechtspersonen in de zin van de Wet gemeenschappelijke regelingen. Deze hebben gezamenlijk, mede via de door hen benoemde raad van commissarissen, zeggenschap over de directie en over het jaarlijkse beleidsplan.
(iv) HVC heeft het statutaire doel om ten algemenen nutte werkzaam te zijn op het gebied van afvalbeheer en de daarmee verbonden opwekking van elektriciteit, benutting van overig vrijkomende warmte en opwerking van reststoffen tot nuttig toepasbare restproducten, alsmede op het gebied van direct of indirect daarmee verband houdende andere activiteiten, een en ander ten dienste van gemeenten en samenwerkingsverbanden van gemeenten overeenkomstig de door hen met HVC te sluiten overeenkomsten. Met de verwerking van huishoudelijk afval wekt HVC energie op die ten gunste komt van haar aandeelhouders.
(v) In Nederland staan twaalf afvalverwerkings-installaties, die door zeven ondernemingen worden geëxploiteerd. Vier van die ondernemingen zijn overheidsbedrijven en de overige drie zijn private ondernemingen. HVC heeft een marktaandeel van ongeveer 15% en AVR van ongeveer 33%.
(vi) AVR en de Gemeente hadden een overeenkomst ter zake van de verwerking van huishoudelijk afval in de Gemeente. Deze overeenkomst liep op 31 december 2009 af. AVR wilde in aanmerking komen voor een opdracht om vanaf 1 januari 2010 wederom het huishoudelijk afval in de Gemeente te verwerken.
(vii) Het college van burgemeester en wethouders van de Gemeente heeft op 4 november 2008 in zijn besluitenlijst het voornemen vermeld om een aandeelhouderschap in HVC tot stand te brengen in verband met het verwerken van huishoudelijk afval en om aan HVC daarvoor vanaf 1 januari 2010 een uitsluitend recht te verlenen.
Zij heeft dit voornemen mede gegrond op art. 17 Besluit aanbestedingsregels voor overheidsopdrachten (hierna Bao), luidend:
"Dit besluit is niet van toepassing op overheidsopdrachten voor diensten die door een aanbestedende dienst worden gegund aan een andere aanbestedende dienst of aan een samenwerkings-verband van aanbestedende diensten, op basis van een uitsluitend recht dat deze aanbestedende dienst geniet, mits dit uitsluitend recht met het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap verenigbaar is."