ECLI:NL:HR:2012:BU9891
Hoge Raad
- Cassatie
- E.J. Numann
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- C.A. Streefkerk
- M.A. Loth
- C.E. Drion
- J.C. van Oven
- Rechtspraak.nl
Non-conformiteit bij verkoop bedrijfspand en de toepassing van een exoneratieclausule
In deze zaak gaat het om de verkoop van een bedrijfspand door Alcoa Nederland B.V. aan een verweerster, waarbij de oppervlakte van het pand in de verkoopbrochure onjuist was vermeld. Alcoa had in december 2006 het pand verkocht, waarbij de oppervlakte in de verkoopdocumenten werd aangegeven als circa 12.000 m². Na de verkoop bleek de werkelijke oppervlakte echter slechts circa 10.185 m² te zijn. De verweerster vorderde schadevergoeding op basis van non-conformiteit, omdat de werkelijke oppervlakte aanzienlijk kleiner was dan in de verkoopbrochure vermeld.
De Hoge Raad oordeelde dat het hof in zijn eerdere uitspraak onvoldoende rekening had gehouden met alle relevante omstandigheden, waaronder het feit dat Alcoa niet op de hoogte was van de onjuiste oppervlakte en dat de verweerster een ervaren handelaar in onroerend goed was. Het hof had het beroep van Alcoa op een exoneratiebeding in de transportakte onterecht als onaanvaardbaar beoordeeld zonder alle relevante feiten en omstandigheden in overweging te nemen. De Hoge Raad vernietigde het arrest van het gerechtshof en verwees de zaak terug naar het gerechtshof te 's-Hertogenbosch voor verdere behandeling.
De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige afweging van alle omstandigheden bij de beoordeling van de redelijkheid en billijkheid van een beroep op een exoneratiebeding. De Hoge Raad stelde dat het hof niet voldoende had gemotiveerd waarom het beroep op het exoneratiebeding in deze specifieke situatie niet geaccepteerd kon worden, en dat het hof niet was ingegaan op de door Alcoa aangevoerde argumenten. De zaak is van belang voor de rechtsontwikkeling op het gebied van koopovereenkomsten en de toepassing van exoneratieclausules.