ECLI:NL:HR:2012:BU9892
Hoge Raad
- Cassatie
- F.B. Bakels
- W.D.H. Asser
- A.H.T. Heisterkamp
- J.C. van Oven
- Rechtspraak.nl
Vordering tot verdeling opengevallen nalatenschap en verweer over overeenstemming tussen partijen
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 24 februari 2012 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende een vordering tot verdeling van een opengevallen nalatenschap. De eiseres, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. J.P. Heering, heeft cassatie ingesteld tegen de erfgenamen van wijlen [betrokkene 1], die als verweerden in cassatie zijn aangeduid. De erfgenamen, vertegenwoordigd door hun advocaat mr. H.J.W. Alt, hebben geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De zaak is eerder behandeld in de rechtbank Maastricht en het gerechtshof te 's-Hertogenbosch, waar verschillende vonnissen en een arrest zijn gewezen. De Hoge Raad verwijst naar deze eerdere uitspraken in zijn overwegingen.
De kern van het geschil betreft de vraag of er tussen partijen al overeenstemming is bereikt over de volledige verdeling van de nalatenschap, hetgeen door de verweerden wordt betwist. De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, niet tot cassatie kunnen leiden. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, dat bepaalt dat geen nadere motivering vereist is wanneer de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen en de kosten van het geding in cassatie gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. Deze uitspraak benadrukt het belang van duidelijke overeenstemming tussen partijen in nalatenschapszaken en de rol van de Hoge Raad in het waarborgen van rechtszekerheid.