ECLI:NL:HR:2012:BV0609
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Vernietiging koopovereenkomst na vervallen voorkeursrecht gemeenten
In deze zaak gaat het om de vernietiging van een koopovereenkomst met betrekking tot percelen grond in de gemeente Bunnik, waarop een voorkeursrecht rustte. De Hoge Raad behandelt het cassatieberoep van verzoekers, die de nietigheid van de koopovereenkomst betwisten. De koopovereenkomst werd op 25 mei 2007 gesloten tussen verzoekers en BAM Vastgoed B.V. en [verzoekster 4]. Op 29 mei 2007 werd de koopovereenkomst ingeschreven in de openbare registers. De overeenkomst eindigde van rechtswege na zes maanden, indien de leveringsakte niet was ingeschreven. De levering heeft echter nooit plaatsgevonden.
Ten tijde van de koopovereenkomst rustte er een voorkeursrecht van de gemeente Bunnik op de percelen, dat bij besluit van de gemeenteraad op 29 september 2005 was gevestigd. Dit voorkeursrecht werd op 9 februari 2010 vervallen verklaard. De gemeente verzocht de rechtbank om de koopovereenkomst nietig te verklaren, omdat deze was gesloten met de kennelijke strekking om het voorkeursrecht te omzeilen. De rechtbank verklaarde de koopovereenkomst nietig, en het gerechtshof bekrachtigde deze beslissing.
De Hoge Raad oordeelt dat de beoordeling van de nietigheid van de koopovereenkomst moet plaatsvinden op het moment van de rechtshandeling, en niet op het moment van het indienen van het verzoek. De Hoge Raad verwerpt het beroep van verzoekers en bevestigt dat de gemeente het recht had om de nietigheid in te roepen, ook al was het voorkeursrecht inmiddels vervallen. De kosten van het geding in cassatie worden aan verzoekers opgelegd, begroot op € 755,38 aan verschotten en € 1.800,-- voor salaris.