ECLI:NL:HR:2012:BV0636
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid werkgever en hulppersoon; causaal verband tussen gestelde schade en gebeurtenis onvoldoende aannemelijk
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 23 maart 2012 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure. De zaak betreft de aansprakelijkheid van een werkgever en een hulppersoon, waarbij de eiser stelt dat er een causaal verband bestaat tussen de gestelde schade en een bepaalde gebeurtenis. De Hoge Raad verwijst naar eerdere uitspraken, waaronder een vonnis van de kantonrechter te Venlo en een arrest van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De eiser, vertegenwoordigd door advocaat mr. A.H. Vermeulen, heeft beroep in cassatie ingesteld tegen het arrest van het hof, dat de vordering van de eiser had afgewezen. De verweerders, vertegenwoordigd door advocaten mr. D. Rijpma, mr. A. Van Staden ten Brink en mr. M.E. Franke, hebben geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Advocaat-Generaal J. Spier heeft in zijn conclusie ook tot verwerping van het beroep geadviseerd. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de klachten van de eiser niet tot cassatie kunnen leiden, omdat deze niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft de eiser in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, met specifieke bedragen voor de kosten aan de zijde van de verweerders. Dit arrest is openbaar uitgesproken door de raadsheer F.B. Bakels.