ECLI:NL:HR:2012:BV6978
Hoge Raad
- Cassatie
- W.A.M. van Schendel
- H.A.G. Splinter-van Kan
- W.F. Groos
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van beklag tegen beslag op inbeslaggenomen goederen in strafrechtelijke procedure
In deze zaak gaat het om een beklag tegen het beslag op verschillende inbeslaggenomen goederen, waaronder een Volkswagen Golf R 32, een Volkswagen Golf GTI, een motorfiets Suzuki en een horloge van het merk Breitling. De klager, geboren in 1980 en wonende te [woonplaats], heeft een klaagschrift ingediend tegen de beschikking van de Rechtbank te Amsterdam van 10 november 2009, waarin het klaagschrift ongegrond werd verklaard. De Rechtbank oordeelde dat het niet hoogst onwaarschijnlijk is dat de strafrechter later de inbeslaggenomen goederen zal verbeurd verklaren of het beslag zal aanwenden ter ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel. Dit oordeel was gebaseerd op informatie uit het dossier, waaruit blijkt dat de klager zich mogelijk bezighoudt met cocaïne transporten vanuit Zuid-Amerika en dat er sprake is van een onverklaarbaar vermogen van € 100.000,-.
De Hoge Raad heeft de beschikking van de Rechtbank vernietigd en de zaak verwezen naar het Gerechtshof te Amsterdam voor een herbeoordeling van het klaagschrift. De Hoge Raad benadrukte dat de Rechtbank in haar oordeel niet duidelijk had gemaakt op basis van welke wettelijke bepalingen het beslag was gelegd en dat de toepasselijke maatstaven niet waren aangelegd. Dit was een belangrijke tekortkoming in de beoordeling van het beklag. De Hoge Raad heeft de relevante juridische termen en bepalingen uit het Wetboek van Strafvordering, zoals art. 552a, art. 94 en art. 94a, in overweging genomen bij het nemen van haar beslissing. De uitspraak van de Hoge Raad is gedaan in raadkamer en openbaar uitgesproken op 3 april 2012.