ECLI:NL:HR:2012:BX5583

Hoge Raad

Datum uitspraak
5 oktober 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
12/01538
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatieberoep Daro Vastgoed B.V. tegen Ontvanger van de Belastingdienst Rivierenland

In deze zaak heeft Daro Vastgoed B.V. (hierna: Daro) cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof te Arnhem. Het hof had op 12 maart 2012 uitspraak gedaan in een belastingzaak, waarbij Daro in het ongelijk was gesteld. De Hoge Raad verwijst naar eerdere uitspraken en de relevante processtukken, waaronder het vonnis van de rechtbank Arnhem van 27 januari 2012 en het arrest van het hof. Daro heeft in cassatie verschillende klachten aangevoerd, maar de Hoge Raad oordeelt dat deze klachten niet tot cassatie kunnen leiden. De conclusie van de Advocaat-Generaal, L. Timmerman, strekt tot verwerping van het cassatieberoep, en de Hoge Raad volgt deze conclusie. De Hoge Raad benadrukt dat de nieuwe wetgeving, die op 1 juli 2012 in werking is getreden, de bestaande werkwijze van de Hoge Raad formaliseert, maar niet uitsluit dat een meervoudige kamer van vijf leden ook kan oordelen op basis van de bestaande regels. De Hoge Raad verwerpt het beroep en bevestigt daarmee de uitspraak van het hof. Het arrest is openbaar uitgesproken door vice-president F.B. Bakels op 5 oktober 2012.

Uitspraak

5 oktober 2012
Eerste Kamer
12/01538
DV/AS
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
DARO VASTGOED B.V.,
gevestigd te Arnhem,
VERZOEKSTER tot cassatie,
advocaat: mr. H.H.M. Meijroos,
t e g e n
ONTVANGER VAN DE BELASTINGDIENST RIVIERENLAND,
gevestigd te Arnhem,
VERWEERDER in cassatie,
advocaat: mr. J.W.H. van Wijk.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als Daro Vastgoed en de Ontvanger.
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. het vonnis in de zaak 12/98 F van de rechtbank Arnhem van 27 januari 2012;
b. het arrest in de zaak 200.101.460 van het gerechtshof te Arnhem van 12 maart 2012.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft Daro Vastgoed beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Ontvanger heeft verzocht het beroep te verwerpen.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal L. Timmerman strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling (vgl. HR 27 juni 1997, LJN ZC2408, NJ 1998/82).
Opgemerkt wordt dat art. 81 lid 2 RO, dat is ingevoerd bij Wet van 15 maart 2012, Stb. 116 (Wet versterking cassatierechtspraak) en in werking is getreden op 1 juli 2012, weliswaar bepaalt dat het cassatieberoep wordt behandeld en beslist door drie leden van een meervoudige kamer, maar dat deze bepaling blijkens de wetsgeschiedenis (Kamerstukken II 2010-2011, 32 576, nr. 6, p. 6 en nr. 7, p. 2) slechts de bestaande werkwijze van de Hoge Raad beoogt te formaliseren en dus niet uitsluit dat de Hoge Raad in een cassatieberoep dat wordt behandeld en beslist door een meervoudige kamer van vijf leden, toepassing geeft aan het bepaalde in art. 81 lid 1 RO.
4. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president F.B. Bakels als voorzitter en de raadsheren J.C. van Oven, C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp en M.A. Loth, en in het openbaar uitgesproken door de vice-president F.B. Bakels op 5 oktober 2012.